Uit een rapport van de rekenkamer Amsterdam blijkt dat de nazorg voor gedetineerden in Amsterdam tekortschiet. De rekenkamer adviseert om de huidige aanpak aan te passen, zodat herhaling van misdrijven en overlast voorkomen kan worden. Het rapport, genaamd ‘Nazorg aan gedetineerden: een ongemakkelijke keten’, beschrijft onder meer de onduidelijkheden rondom de nazorg in de gemeente. Zo is het niet duidelijk wat de gemeente met de nazorg van gedetineerden kan en wil doen. Er wordt niet duidelijk gemaakt hoe het met speciale doelgroepen, zoals de Top600, omspringt. Er wordt geen informatie verstrekt over of deze behandeling anders is dan die van de andere gedetineerden.
Verder loopt de gemeente tegen problemen aan bij de arbeidstoelating en huisvesting van de gedetineerden. Slechts een klein gedeelte van de 2.746 Amsterdamse gedetineerden wordt geholpen met huisvesting. Ook wordt er tijdens de detentie niet gestart met het voorbereiden van gedetineerden op de herintreding in de arbeidsmarkt. Volgens het rapport blijft een groot deel van de gedetineerden met onopgeloste problemen achter na vrijlating van gevangenschap.
Het is voor de gemeente niet eenvoudig om goede nazorg te bieden. Amsterdamse gedetineerden zitten verspreid over het hele land en vaak erg kort. Hoeveel van de gedetineerden nazorg hebben gekregen is niet bekend.
Bij de gemeente ontbreekt er een vast budget voor nazorg en is er vanaf 2014 nog minder geld beschikbaar.