Lazarus’ laatste truc

Het heeft eigenlijk iets onmatigs zoals eenieder wentelt in rouw om David Bowie. Hoe ieder opeens zijn muziek claimt als de soundtrack van hun leven. Hoe er weer zo heel erg openbaar gerouwd wordt met veel bossen bloemen en kaarsjes. Het is gewoonte geworden bij rampen, het is zo na aanslagen, zo exhibitionistisch is tegenwoordig rouw.
Op Facebook vallen posts van vrienden geheel weg tussen 100.000 bijdragen van ieder zichzelf respecterend tijdschrijft, krant en internetforum.
Maar zo is het. Er is ons een bijzonder mens ontvallen en dus kan ik niet anders dan er aan meedoen. Meezwelgen. Mateloos. Schaamteloos. Het moet maar. Draai al vanaf vrijdag nonstop zijn cd’s. Schrijf alweer een blogje over hem. Hoppa, nummer vier.
Een van de aardigste bijdragen over Bowie vond ik die van Sylvia Witteman. Hilarisch hoe ze ooit haar perfecte tienerhunk van het moment “aan de wilgen” hing omdat ze hopeloos verliefd werd op dat graatmagere, withuidige ventje uit Brixton, London met die STEM, dat enorme charisma en die lach, die hij lachte met  zijn “armoedzaaiersgebit”. En meer indrukwekkends bezat hij naar verluidde- maar leest u vooral Sylvia’s heerlijke column als u dat wilt weten.

Jawel, Jessine Hein maakte een kunstwerk van Bowie’s oude gebit

En ja!! Dat roofdierengebit, die natte droom van elke orthodontist – en die van Witteman!- was zo bepalend voor zijn gezicht. Die scheve tandenlach overwon elke weerstand.  Het was zó jammer dat hij op gegeven moment ergens  in de jaren tachtig de boel drastisch liet reguleren en vervangen. Het zal ook wel hard nodig geweest zijn. Slaap vond deze linkshandige charmeur een noodzakelijk kwaad, liever hield hij zichzelf zo lang mogelijk wakker zodat hij dóór kon werken. Dat ging  gepaard met enorme hoeveelheden cocaïne, sigaretten en drank.  Die ongezonde levensstijl vreet op den duur een gebit lelijk aan. En de organen.

Voor het gebit aangepakt werd transformeerde Bowie al tot het soort hunk waar Witteman dus niet wakker van lag. Gebruinde huid, getraind lijf, karikatuur van een (peroxide) kuif,  tandpastaglimlach met twee nieuwe voortanden- de rest ging later op de schop. Een soort Technicolor filmster á la Gary Grant of Montgomery Clift werd hij. Zie vooral de clip bij “China girl”. De oude film “From here to eternity”, samengebald tot 3 minuut-zoveel voor de MTVgeneratie. Het was de tijd van zijn tweede megahit “Let’s dance”.
Die hit zult u niet aantreffen bij mijn favoriete Bowiemuziek. Noch Fame, noch Space odyssey. Wel China girl, om die clip. Ondanks de nieuwe tanden én die kuif is zijn charme verpletterend. En het is best een mooi liedje.

Nu de songs die voor mij “Bowie” definieerden. Ik vergeet er zeker een stel. Helaas kunnen ze niet allemaal langskomen in Kunst & Cultuur op Vrijdag want er is vandaag maar weer een uurtje van. Met Fabiola Veerman want Amber zit op Eurosonic.

Zoals Marianne Faithfull zei: “Go well, Dave. I don’t see that death is so terrible, really. It’s terrible for everyone else – but look what he left behind, and how much he gave”. En zo is het. We koesteren wat hij gaf.

En wat hij ons waarschijnlijk nog gaat geven, postuum. De man zelf is al ashes to ashes maar volgens zijn producer heeft hij de week voor zijn dood nog als een bezetene gewerkt aan 5 nieuwe songs. Daar zijn demo’s van. En er duiken vast nog bakken nieuw, oud, alternatief materiaal op. Mark my words. Wij horen nog van hem.

Hang on to yourself  (1972)

Changes

Time

Win

Fascination

Wild is the wind

Station to station

Breaking glass 

Ashes to ashes 3.49

Move on

Repetition

Heathen hier in een emotionele liveversie

Love is lost

Look back in anger 3.12

Tis a pity she was a whore, de Blackstarversie (die saxofonist!!! Bravo Donny McGaslin)

Lazarus

Meer over Bowie in Metha’s muziek, plus nummer twee

Comments are closed.