Robert van Altena in gesprek met beeldend kunstenaar Han Schuil.
Het werk van Han Schuil bestaat uit aluminium dozen, vierkant of rechthoekig met een wisselende diepte. Het komt voor dat hij het gewalste oppervlak bewerkt met een forse hamerslag, een gewelddaad die zich niet laat uitwissen maar desondanks verrassend gevoelige welvingen veroorzaakt. De stolling van een soepele beweging die het materiaal bevestigt en er tegelijkertijd mee lijkt te spotten. Dit komt ook door bijvoorbeeld de olieverf die meticuleus is aangebracht. De gewaden uit het werk van een schilder als Rogier van der Weyden lijken opeens niet ver weg maar dat kun je ook zeggen over het gedeukte plaatwerk van een auto.
Je kunt je afvragen waar je naar kijkt, een wandsculptuur, een reliëf of een schilderij. De uitgespaarde rechthoekige vensters in zijn werk, Schuil spreekt zelf van balken of ‘boxes’, tonen de onderlaag van in vele fijne lagen aangebrachte witte olieverf. Balken ook uit de werkelijkheid van ons computerscherm. Met het gebruik van de woorden vensters of balken wijzen we naar de wisseling van voor en -achtergrond, nu eens een wak in het beeld dan weer een repoussoir die ruimte om zich oproept. Welke term je ook verkiest de strakke smalle witte rechthoeken die ermee worden aangeduid verleggen de aandacht van het object naar het schilderkunstige oppervlak. Ze brengen het op een verassende manier op spanning. Zijn werk mag rijk zijn aan ambivalenties, de kunstenaar toont zich hier heel resoluut: ‘het zijn schilderijen en ik ben een schilder’.
(RvA)
Afbeelding: HEAT V, 2012, alkyd and spray paint on aluminium, 35 x 265 x 15 cm, Han Schuil (Galerie Onrust).
Redactie: Robert van Altena | Contact: springvossen@gmail.com | Techniek: Victor Dijkstra