Een gesprek met Edwin Becker en Arnold Heumakers naar aanleiding van de tentoonstelling Dreams of Nature. Symbolisme van Van Gogh tot Kandinsky die tot 17 juni is te zien in het Van Gogh museum. Deze symbolisme-tentoonstelling is gewijd aan landschappen van schilders uit alle hoeken van Europa.
Een gesprek over symbolisme kan niet plaatsvinden zonder aandacht voor de poëzie van Baudelaire, Rimbaud, Verlaine, de onlosmakelijk met het symbolisme verbonden Stéphane Mallarmé en de zorgdrager van zijn literaire erfenis Paul Valéry. En dan is er nog de muziek; van Wagner, Debussy, Satie, maar ook van iemand als Alphons Diepenbrock.
Het symbolisme speelt zich af tussen grofweg 1880 en 1910. Maar wat is het symbolisme? Is er een gemene deler voor de werken die te zien zijn op de tentoonstelling en de werken van genoemde dichters en componisten? Is het eenvoudigweg kunst waarin uitdrukking wordt gegeven aan een idee? of misschien zelfs de Idee? als onderliggende waarheid waarvan de ziener-kunstenaar de sporen vastlegt? Mallarmé: “Peindre non la chose, mais l’effet qu’elle produit”/”Niet het schilderen van het ding, maar het effect dat het teweegbrengt”.
Het symbolisme is niet eenvoudig te benoemen maar wellicht ligt dat in de aard van de stroming. Sem Dresden die zich uitvoerig met de schrijvers die tot het symbolisme worden gerekend heeft bezig gehouden haalt Paul Valéry aan: “Le symbolisme n’est que la théorie rhétorique de l’ambiguïté. L’ambiguïté en tant que système” / Het symbolisme is niet meer dan de rethorische theorie van de ambiguïteit. De ambiguïteit als systeem.” Dresden zegt hier vervolgens over: “Het symbool is in wezen dubbelzinnig en tweeslachtig zodat het uitzonderlijk moeilijk zo niet per definitie onmogelijk is er een logisch verantwoorde omschrijving van te geven“.
Dresden merkt terecht op dat de uitspraak van Valéry evenveel zegt over de schrijver zelf als over het symbolisme. En misschien komen we via deze uitspraak nog het dichtste bij een verbindende definitie van de genoemde kunstenaars. Valéry’s ambiguïteit bestond eruit dat hij trachtte immer uitdrukking te geven aan het objectieve of zo je wilt het universele met het enige instrument dat een mens, een kunstenaar uiteindelijk tot zijn beschikking heeft: door het methodische subjectieve, uiterst persoonlijke. De verbinding van het individu met het universele het is een formule die de mysticus kan verbinden met de rationalist.