HERHALING Dit gesprek werd eerder uitgezonden op 12 juni 2011
U kunt de uitzending hier terugluisteren
Een gesprek met Erik Menkveld over zijn roman Het grote zwijgen (Van Oorschot, 2011)
Het grote zwijgen is het verhaal over de vriendschap tussen de componisten Alfons Diepenbrock (1862-1921) en Matthijs Vermeulen (1888-1967). De gevestigde Diepenbrock en aspirant componist Vermeulen ontmoeten elkaar omstreeks 1910 in Amsterdam waar het muzikale leven wordt gedomineerd door dirigent Willem Mengelberg. Waar Diepenbrock zich liever terugtrekt in zijn werkkamer daar bindt Vermeulen ongehinderd door reputaties via zijn muziekrecensies op snedige wijze de strijd aan met, naar zijn inzicht, muzikale gemakzucht en onkunde. Desnoods neemt hij de pen op tegen de befaamde Mengelberg , of liever juist tegen Mengelberg. Als dirigent van wereldformaat moet Mengelberg zich immers bewust blijven van zijn verantwoordelijkheid. Hoe uiteenlopend hun temperamenten mogen zijn, Diepenbrock en Vermeulen delen hun idealistische visie op muziek. “Een beetje volgens het oude Beethovense ideaal: Alle Menschen werden Brüder, zegt Menkveld hierover, “en dat blijkt dan toch een illusie te zijn.” De idealen worden verbrijzeld door het geweld van WOI.
Erik Menkveld over zijn roman: ” Ze [Diepenbrock en Vermeulen] hadden hele verheven ideeën over wat ze met de muziek wilden. Tegelijkertijd waren het gewoon mensen met hun dagelijkse leven met sores en vriendschappen, liefdes en ellende. […] Je kunt natuurlijk de muziek horen en denken, ja prachtig, mooi gedaan maar het is natuurlijk ook mooi om te zien waar de muziek uit gegroeid is, waar het uit geput is. Dat wilde ik laten zien met mijn roman.”
Het grote zwijgen van Erik Menkveld een roman over het samenspel van vriendschap, liefde, en muzikale idealen tegen de achtergrond van het Amsterdamse muziekleven in de turbulente periode 1910-1921,