AmsterdamFM/Menne Vellinga sprak Theodor Holman na zijn optreden in Durgerdam
de volgende audio's zijn tijdelijk niet te beluisteren. zal z.s.m worden hersteld!
Een mix van Reve fragmenten, -gedichten, -teksten, gezongen door Theodor Holman ->
Zondagmorgen, 16 februari 2014, mocht Theodor Holman een belangrijk deel van de kerkdienst in Durgerdam voor zijn rekening nemen. Vaste voorganger ds. Pieter Lootsma had de schrijver journalist hiertoe uitgenodigd na onder de indruk te zijn geraakt bij een eerdere uitvoering in Den Haag, met Reve teksten op muziek gezet door Theodor Holman.
Holman, zelf overtuigd atheist, grijpt van harte uitnodigingen aan als hij zijn Reve liederen mag spelen.
Hij heeft Gerard Reve vijf keer mogen ontmoeten. Dat is voor de Reviaan een heel bijzondere ervaring geweest. De vandaag in Durgerdam vertolkte teksten van de Volks Schrijver heeft hij destijds ook voor hem gespeeld,'Dat vond hij heel mooi.' Daar is Holman heel blij om, 'Je wil toch dat zo iemand de zegen geeft.'
Opera
Op de vraag van AmsterdamFM of dit werk van Reve ooit nog een opera zou kunnen worden zegt Holman:'Ja zeker, Ik wil nog altijd deze liederen gebruiken als uitgangspunt voor een opera'.
Reve vindt Holman, is een van onze grootste schrijvers. Niet alleen qua stilistisch opzicht maar ook qua mentaliteit. Daarom is het ook belangrijk dat zijn werk onder de aandacht van de mensen blijft.
Als groot atheist vindt Theodor het werk en de manier van denken van Gerard Reve heel erg mooi. Op de opmerking van Vellinga, dat de inhoud van de liederen toch ook iets religieus hebben zegt Holman: 'Ik heb totaal geen religieus gevoel,(…) maar het is zijn [Gerard Reve] verhaal en gaat ook over iets anders, over een zoektocht, over troost, over het leiden en over een worsteling.' Reve heeft daar een ander oplossing voor gevonden dan Holman. Maar dat neemt niet weg dat de vertolker van deze teksten het toch prachtig vindt daar over te lezen en er over te zingen.
Overzicht van gezongen teksten met audio fragment van versie vertolkt door Theodor Holman © 2014
Alle teksten Gerard Reve © 1962/1983
REISGEBED -> Theodor_Reve_reisgebed
Reisgebed
O God.
Ik sta op het punt, op reis te gaan.
Ik weet niet, of het misschien mijn laatste reis is.
Ik wil U liefhebben.
Ik hoop, dat ik onderweg niemand enig ongeluk of
ander kwaad zal berokkenen.
Ik wil proberen niet, of veel minder, te drinken.
Ik sta voor U.
Ik weet dat ik, of ik veilig zal aankomen,
dan wel onderweg verwonding, ziekte of dood zal vinden,
altijd U toebehoor.
Want in leven en sterven zijt Gij in mij en ben ik in U.
Ik ga nu weg.
Vaarwel, o God.
(1965)
EEN ZOEKER – > Theodor_Reve_een zoeker
Een zoeker
Ik sta op de rand der wereld
en roep: 'Waar zijt Gij?'
De echo antwoordt: 'Zijt gij? Gij?'
(1968)
CREDO -> -> Theodor_Reve_credo
Credo
Niets te verwachten, niets te hopen:
er rest mij niets dan duisternis en Dood.
Ik zie het, maar ik wankel niet: wie Gij ook zijt,
U heb ik lief, met heel mijn hart, met al mijn Bloed.
(1968)
AAN DE MAAGD VIERDE PERSOON GODS -> Theodor_Reve_aan de Maagd …
Aan de Maagd, Vierde Persoon Gods
Gij, die niet veel gesproken hebt,
maar alles in Uw hart bewaard –
U groet en troost ik, lieve Moeder,
Gezegende.
(1965)
DRINKLIED -> Theodor_Reve_drinklied
Drinklied
Nu moet ik van de drank af.
Het moet maar eens uit zijn.
Het is wel genoeg geweest.
Troost mij toch, o Geest,
in de nacht van 20 op 21 juli 1965,
in diepe ontzetting, en omringd door Duisternis.
(1965)
SLAPELOOS -> Theodor_Reve_slapeloos
Slapeloos
In de nachtwind, als ik niet slapen kan,
hoor ik de toorn en het lijden van God.
Maar boven de storm uit
hoor ik de stemmen van miljoenen zielen,
voor eeuwig verloren,
die roepen om gerechtigheid.
Wat hopen zij? Wat denken zij?
Wat denken zij van Hem?
Wat denkt Hij van Zichzelf?
(1983)
HERKENNING -> Theodor_Reve_herkenning
Herkenning
Nu weet ik, wie gij zijt,
de Jongen die ik eenzaam zag te Woudsend en daarna,
nog op dezelfde dag, in een café te Heeg.
Ik hoor mijn Moeders stem.
O Dood, die waarheid zijt: nader tot U.
(1965)
GRAF TE BLAUWHUIS -> Theodor_Reve_graf te Blauwhuis
Graf te Blauwhuis
voor buurvrouw H. te G.
Hij rende weg, maar ontkwam niet,
en werd getroffen, en stierf, achttien jaar oud.
Een strijdbaar opschrift roept van alles,
maar uit een bruin geëmailleerd portret
kijkt een bedrukt en stil gezicht.
Een kind nog. Dag lieve jongen.
Gij, die koning zijt, dit en dat, wat niet al,
ja ja, kom er eens om,
Gij weet waarom het is, ik niet.
Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?
(1965)
DROOM -> Theodor_Reve_droom
Droom
Vannacht verscheen mij in een droomgezicht mijn oude moeder,
eindelijk eens goed gekleed:
boven het woud waarin zij met de Dood wandelde
verhief zich een sprakeloze stilte.
Ik was niet bang. Het scheen mij toe dat ze gelukkig was
en uitgerust.
Ze had kralen om die pasten bij haar jurk.
(1962)
IN UW HANDEN -> Theodor_Reve_in Uw handen
In Uw handen
Niemand die zeggen kan, wanneer en hoe.
Misschien wel met geheven glas,
terwijl hij proestend poogt iets uit te leggen dat wordt weggespoeld
op bulderende branding van gelach.
Dan piept opeens zijn stem, als uit het stof,
En klauwt zijn lege hand naar ’t arme hart
Waar nu het mes in staat van God.
Een flits, van droevig speelgoed, droeve sneeuw
En droef lantarenlicht. Meer niet.
Ziezo, het is volbracht.
“Zoals hij heeft geleefd, zo is hij ook gestorven.”
(1965)