Snoeiharde akkoorden en lichte gehoorschade. Het was de 24e en een vrijdagavond in de Tolhuistuin (Paradiso Noord). Het is niet de tuin, maar de concertzaal die de naam draagt. De Amerikaanse band The Orwells heeft opgetreden en de zaal is inmiddels klaar met uitdampen. De band komt uit Chicago, Illinois en maakt sinds 2009 zoals online vermeld gruizige, energieke gitaarrock. Zelf noem ik het eerder punk met een poppy sound. In 2012 bracht de band haar debuutplaat uit. De grootste hit komt van het tweede album, heet Who Needs You en is tien miljoen keer beluisterd op Spotify. Slechts een week geleden kwam de derde plaat uit, Terrible Human Beings. Het is geproduceerd door niemand minder dan Jim Abbis. Zoals de band het zelf zou zeggen: who the fuck is Jim Abbis? Jim Abbis is een Britse producer, verantwoordelijk voor platen van zowel de Arctic Monkeys als van Adele. Niet de minste namen. Volgens de event-beschrijving van Paradiso op facebook zouden concertzalen tijdens de optredens van The Orwells in korte tijd worden omgebouwd tot springende, zwetende massa’s.
Zodra de eerste gitaren van The Orwells losbarstten blijkt de event-beschrijving op facebook van profetische waarde te zijn. De frontlinie van de concertzaal, bestaande uit niet al te lange vooral langharige jongens en meisjes, barst in zijn geheel uit in een morspot. De Nederlandse/Amsterdamse morspitscene is duidelijk op de hoogte van de band en wist dat ze weer even mochten. Redelijk overweldigend gedurende de eerste minuten van het concert. De frontman valt met zijn lange blonde krullende haar waaronder zijn bakkebaarden schuilgaan in het kaliber viespeuk. Daarbij kijkt hij uit zijn ogen alsof hij backstage nog even snel is gebeten door een hond die hem besmet heeft met hondsdolheid. Het feit dat er niet letterlijk schuim uit zijn bek komt stelt daadwerkelijk gerust. De beschrijving op de website van de band die de muziek classificeert als “kick ass rock ’n roll” lijkt hij met verve na te leven. De toon is dan ook meteen gezet als een van de meisje vooraan besluit haar beha als trofee der rock and roll te gebruiken door deze om het podium te gooien waarna de zanger deze oppakt en grondig bestudeerd voordat hij het als souvenir aan de drummer geeft. Ondanks zijn wilde verschijning, schuilt er als het aan mij ligt een vrouw in hem. Hij maakt redelijk vrouwelijk indruk op mij. De overige vier bandleden zijn toegankelijker, maar samen vormen ze een goed geheel.
The Orwells zijn een band die duidelijk laat blijken dat hun niveau van schijt hebben hoog ligt. In de muziek zit boosheid. Dit komt vooral naar voren in de tekst en de manier van zingen. Waar de boosheid precies door wordt gevoed is me niet geheel duidelijk geworden, maar het is in ieder geval lekker om eens in de zoveel tijd mee te gaan in een muzikaal avontuur waarin ongelofelijk wordt afgezet tegen alles en iedereen. Altijd is er wel een reden te verzinnen om boos te zijn. Of het de opvoeding van je vader is die je als nogal matig bestempeld is of het gehele systeem van de samenleving ansich waar je boos op bent. Het maakt niet uit, lekker beuken is de boodschap. De vrolijkheid van de muziek is een mooi contrast bij de heftigheid van de zanger. De twee boys op de gitaren hebben scherpe, ruige effecten, maar hebben hun spel goed uitgebalanceerd. Niet te catchy. Vaak soepele, soms moeilijkere akkoorden. Tegen het einde van het optreden was er een heuse vijf minuten waarin het muzikaal even losging. Als het niet te merken was aan de scheurende gitaren, was het wel te zien aan de verzuurde bekken die de drummer trok terwijl die strak in de maat bleef. Jammer was de zanger die zich op dit moment backstage begaf wat ervoor zorgde dat de enige vocale kwamen van de jammerende gitarist. Mijn hoogte punt van het optreden waren de vijf minuutjes die ik toch besloot even door te brengen in de morspit en het nummer, van het nieuwe album, Black Francis. Het lekkerst ging ik op het refrein met de cadans van de woorden: Viva La Malika, Viva La Malika (best lines van de band). Na een uur spelen had de ‘kickass’ zanger er zichtbaar niet zoveel zin meer in en was het na een dertig seconde durende toegift ook afgelopen. Als een frontman dan toch ‘Morrissiaanse’ capaciteiten beweerd te hebben, ga er dan ook voor als de band de snaren van hun gitaar voor je scheurt (punt van discussie omdat Jim Morrisson ook precies deed wat die zelf wilde, allah).
De sfeer van de band is thuis te brengen in die van de punkscene. Ruig en boos. De bijna psychotische blikken van de frontman zorgde ervoor dat er niet aan ruigheid te ontkomen was. In zijn poging tot het zijn van podiumbeest lazerde hij zelfs een keer van het podium af het publiek in. De vrouw waar hij op viel moest langer bijkomen dan hijzelf en vrijwel zonder onderbreking stond hij weer op het podium. Schijnbaar daily cost. De vraag is of de vibe van de band erg vernieuwend is? Om het beschaafd te zeggen, ik weet het zo net nog niet. Al een paar jaar zijn er bandjes die de oude punkscene in ere lijken te houden, of zelfs zorgen voor een tijdelijke opleving in de punkscene. Mij deed het sterk denken aan de Nederlandse punkband The Afterpartees (Girls Like You) die in 2015 meedraaiden in het festival seizoen. Destijds vertelde een oude rot in het punk-vak mij na het optreden dat de performance een herhaling was van de vroegere punk en dat punkmuziek hem niets nieuws meer te bieden had. Al met al – ik trek mijn conclusies – is het moeilijk om origineel en vernieuwend te zijn in de punk. De jongens van The Orwells doen hun best en gooien over hun punkrock nog een Amerikaans sausje met happy gitaarakkoorden. Hierdoor konden de nummers ook zomaar gebruikt worden voor een film als American Pie. Net alsof The Orwells het kleine, brutalere broertje van Blink 182 zijn. Voor zowel The Afterpartees als The Orwells geldt: de frontman gaat als het even kan volledig uit zijn stekker en misschien is dat wel het belangrijkste ingrediënt voor een punkband. Dit deed ‘mister kickass‘ goed.
Het album – dus geproduceerd door de man die werkt met de Arctic Monkeys – zit goed in elkaar. De helft van de tracks op de plaat zijn sterk en beginnen met een karakteristiek gitaargeluid dat goed in het gehoor valt en dat niet bij elk nummer hetzelfde is. Ondanks het strakke album denk ik dat het voor The Orwells niet zal worden dan beschaafd plekje op de line up van een festival als Lowlands in een kleinere tent op de zater- of zondagmiddag. Bij voorbaat staat vast dat deze tent dan volledig verbouwd zal worden door gemotiveerde punk-hooligans. Lijkt me leuk om brak naast te staan of even in mee te buiken tot de conditie het niet meer aankan (zal niet langer zijn dan twee minuten). The Orwells zullen niet de plek van een Raige Against The Machine innemen op Pinkpop voor een herbeleving van editie ’93. Hoofdpodia zullen ze niet snel beklimmen. The Orwells zijn een leuke avond. Beter heb je dan zin om te beuken.
De bijgevoegde videoclip is de eerste single van het nieuwe album: They Put A Body In The Bayou. De boys hebben moeite gedaan en tot op zekere hoogte nagedacht over de videoclip. In de clip wordt een parodie omtrent een Amerikaanse president gespeeld. Het lijkt alsof ook The Orwells de loef af willen steken met de 45e president van hun land, maar de uitwerking is niet zodanig dat ik durf te beweren wat zij precies met de clip bedoelen. Trump heeft gedaan wat niet veel mensen verwachtte, baas worden. Misschien probeert de band in de video clip de kijker duidelijk te maken dat zij na Trump ook de wereld kunnen veroveren terwijl niemand dat aanvankelijk verwachtte. Of dit inhoudt dat The Orwells een reëele kans hebben ook de wereld te veroveren of dat zij proberen Trump te beledigen zodat ze een mention krijgen op diens Twitteraccount? Ik ben er nog niet uit. Het zou voor mij in ieder geval een grote verrassing zijn om The Orwells terug te zien op een groter podium dan de Tolhuistuin, maar de verrassingen zijn de wereld dus nog niet uit.
De band kan het geen moer schelen wat er over de nieuwe plaat wordt gedacht. Dit concludeerde ik na het lezen van dit bericht op de officiële website: “And if it’s not enjoyed, it is encouraged that the record or whatever device you’re streaming it off of be burned in your backyard, ceremonially, hand in hand with the neighborhood kids. Please, just don’t let it sit on some shelf.-theo.” De plaat gaat lekker, maar ik hou het bij één nummertje en een middagje op Lowlands, stel ze worden nog toegevoegd aan de line-up. Anders verbrand ik de plaat wel zoals ze hierboven aanraden, als revanche voor de gehoorschade aan mijn linker oor. Lijkt me minstens even leuk. The Orwells. Bravo voor de bravoure.