Zijn rechterhand verloor Rajery, of Germain Randrianarisoa zoals hij echt heet, als éénjarig kotertje. Een ongelukje tijdens het land bewerken vermelden de biografieën. Hoe moet je je dat voorstellen? Moeder heeft de baby even ergens neergelegd. Is moe van het werken met alsmaar een baby in de draagdoek op de rug. Veegt even haar bezwete voorhoofd af. Het wordt warm zo midden op de dag in de Madagaskische hooglanden. Vader is nog energiek met de zeis in de weer. Woesj woesj.
Zoiets?
Je zou zeggen dat zo’n handicap een carrière als snarenwonder voor altijd de pas afsnijdt. Zo niet bij Rajery, gezegend met een strijdbaar karakter. Of misschien werd dat karakter juist gevormd doordat hij aanvankelijk zo op achterstand werd gezet. Het zou voor zo iemand in dat deel van de wereld meer voor de hand liggen om je er bij neer te leggen dat je niets op de arbeidsmarkt kan betekenen en maar te gaan bedelen. “Dacht het niet”, zei Rajery tegen zichzelf èn de rest van de wereld en zo schopte hij het zelfs tot meespelen in een van de beroemdste oude muziekensembles ter wereld, Hespèrion XXI van Jordi Savall. Treedt op over de gehele wereld in gerenommeerde zalen. Zo zat hij vorige week op het podium van het Concertgebouw te Amsterdam met zijn valiha, een harpachtig klinkende citer, gemaakt van een bamboekoker waar omheen snaren zijn gespannen. In zijn geval snaren gemaakt van fietsremkabels. Die zijn duurzamer -en klinken harder- dan de snaren die vroeger van bamboe werden gemaakt. Als die kapot sprongen kon je de hele valiha op de schroothoop dumpen omdat de snaren niet meer te repareren waren. De valiha is in vroeger tijden meegekomen met avonturiers in een boot vanuit Borneo en is het nationale instrument geworden van Madagaskar, Hij vervaardigt ze zelf, zijn valiha’s en is de grootste en beste valihamaker in Madagaskar. Alles met die ene linkerhand!
Vandaag hoefde ik maar één muziekje uit te zoeken omdat de rest van de muziek in Kunst & Cultuur op Vrijdag bij Fabiola Veerman ter plekke uitgevoerd gaat worden. Heel leuk, dus kom vooral kijken op de vierde etage van de OBA Oosterdokseiland.
Een stukje muziek uitzoeken, dat is makkelijk zou je zeggen maar ook moeilijk. Je kunt er dan een hit in plempen en hadsikidee, klaar. Nee, zo maken we ons er toch niet vanaf.
Dat ene stukje muziek, dat komt van die eenhandige valihaspeler uit Madagaskar, Rajery. Tot die keuze kwam ik omdat er een moment was in bovenstaand vermeld concert “Las rutas de la esclavitud” in het Concertgebouw afgelopen zaterdag, waarop hij en zijn companen, Ballaké Sissoko, meester op de kora uit Mali en de Marokkaanse Driss El Maloumi, virtuoos op de oud, een solo uitvoerden die mij zeer ontroerde. Absolute schoonheid, fonkelend als een diamant. Het wonder van de muziek voltrok zich door hen. Drie-eenheid. Het leek verdorie wel of de Heilige Geest neergedaald was!
De introverte kora werd omspeeld door melancholieke arabesken op de oud en van pure zonlicht-accenten voorzien door de valiha, Hespèrion zoemde op de achtergrond en god (Jordi Savall) zag dat het goed was.
De muziek leek vanuit werelden te komen waar alles perfect was. Alles klopte. “Véro” heette de compositie waar ik geen link van op internet kon vinden en dat is misschien maar goed ook.
De hemel van de muziek, daar bevond ik me een minuut of acht in.
De rest van het concert was zonder uitzondering schitterend maar dit moment was van een schoonheid die ik niet licht zal vergeten.
Daarom mijn eerbetoon, ongeveer halverwege het uur, aan de unieke Rajery met “Bedia” (Reis).
Lees in Metha’s muziek meer over de heerlijke muziek van Madagaskar.