Ooit waren wij in Indonesië, decennia geleden. Drie keer reisden wij er rond. Sumatra, Java 3x, Bali, Sulawesi, Kalimantan. Toen de ouwetjes nog leefden, die "Indië" nog meegemaakt hadden en die ons daarom bij hen thuis in de kampong noodden om nog eens lekker Nederlands te kunnen spreken. Of om "Altijd is Kortjakje ziek" te kunnen zingen- op de galerij van een longhouse in Banjarmasin. Of om met glimmende oogjes te vertellen hoe bapak (Vader/opa) meegedaan had bij de muiterij op de Zeven Provinciën– in een desa (dorpje) op midden Java: "Mari mari pak, kom eens vertellen aan die luitjes ja!". Die ouwetjes zijn nu haast allemaal uitgestorven, ben ik bang.
Wij voelden ons bijna overal opgenomen in één grote warme familie. Men was zo gastvrij, lief, zorgzaam. We ruilden Gudang Garam krètèk voor onze Drum shag. Dropjes voor hun gula-gula (snoep). Natuurlijk ontmoetten we af en toe ook minder leuke mensen. Bijvoorbeeld toen we in '81 in Kalimantan rond reisden in de tijd dat Ayatollah Khomeini daar als een god vereerd werd. Daar zijn we vele malen over doorgezaagd door jonge zeloten. Er waren ook minder aangename dingen, natuurlijk, maar elke keer hadden we erg last van verlangen naar Indonesië, als we weer in de kou waren teruggekeerd.
Hoe blij waren wij dan ook met Tante Lien, het Haagse indo-vrouwtje bij uitstek in sarung en kebaja, kondé (knot) achterop die toen de Late late Lien show op de tv presenteerde; een creatie van Wieteke van Dort. Volkomen doorgeslagen in (te) zwijmelig-zoete heimwee naar Tempo duluh zoals dat ooit beleefd werd door de toenmalige lakenuitdelers: de belandas, de totoks. Voor de Indonesiërs zelf was het een heel ander tempo duluh geweest natuurlijk.
Heel erg geïdealiseerd en sentimenteel was Tante Lien en de stereotypetjes waren wel érg dik aangezet, bijna op het karikaturale af maar oh, wat konden wij ervan genieten, net als vele oud-indische mensen.
Vooral "Nacht over Java", mierzoete gestreken violen in een verder onopvallend niemendalletje. Maar die geluiden, die Tante Lien op gegeven moment langs laat koment! Aduh, die brengen het helemaal terug, de avonden op Java. Het schrille geluid van kalongs (vliegende honden),het gepiep van grobaks ( tweewielig karretje met etenswaar), de roep van de tokeh ( een blauwrood gestippelde gekko die een zeer kenmerkend geluid voortbrengt), Tok Tok Bahmiiii( de "bami- chinees", die met een stok op een gong of hout slaat), het stampen van kruiden of sirih in een cobek/ulekan (vijzel), blaffende anjings (honden), het irritante geluid van njamuk2 (muskieten) of godok2 (kikkers), de geur van de obat njamuk (wierook om de muggen te verdrijven, altijd al tegen vier uur 's ochtends op zodat hun orgie op mensenbloed kon beginnen), de geur van de flitsspuit, van melatibloemen. Geuren en geluiden, zo typerend.
De smoes om "Nacht over Java" eens te (kunnen laten) horen wordt geleverd door de aanwezigheid van de schrijver Hans Vervoort, die vanaf 15.26 uur in de Boekenrubriek tijdens het programma Kunst & Cultuur op Vrijdag geïnterviewd gaat worden. Hans Vervoort is op Java geboren, in Magelang- vlakbij de Borobudur. Misschien kan hij de geluiden uit zijn jeugd waarderen. Daarom ook nog een kroncong lied "Rujak ulek" (gestampte groente/fruit) geestig gezongen door Julya Lo'ko. Kroncong was een heel populaire liedsoort in Indië, een vermenging van Portugese (Timor) met Indonesische muziek als gamelan en Sundanese liedjes .De Portugese cavaquinho, een klein gitaartje, werd omgebouwd tot een soort ukulele, die vaak in duet een tokkelende ritme-ondergrond (als een soort gamelan) vormden voor de zang. Meestal zeer sentimenteel van aard, met thema's als bijvoorbeeld "vroeger" en "heimwee" en "landschap dat gemist wordt". Uit het Indische leven gegrepen. Een soort Indische smartlap. Maar niet "Rujak ulek", dat is een pittig liedje waarvan je lekkere trek krijgt!
Om dit indo-kwartiertje te besluiten nog een moppie Indo-rock. De tweede generatie Indo's, hier opgegroeid, waren muzikaal, modieus en rockten als gekken. Vele tikkeltjes wilder en sneller dan hun Nederlandse collega's. Ze zagen er ook een tikkeltje beter uit dan hun Nederlandse collega's!
Zoals de nog niet zo lang geleden overleden Andy Tielman met zijn Tielman Brothers met "Java guitars"- aan het eind van het eerste uur. Daar staken The Shadows bleekjes bij af, als brave kantoorklerkjes.
Alle muziek komt van cd's uit de Multimediacollectie van de OBA en is daar te leen.
Lees meer over Indonesische muziek in Metha's muziek.