LBGT. Ik moest altijd even op mijn achterhoofd krabben: waar stáát dat nou toch ook alweer voor? Ach ja. Alle seksualiteit behalve de overheersende heterovariant: lesbigaybitrans. Daar blijkt ook nog een I achter te moeten, van intersex. Intersex? Zoeken we op*.
De regenboog, die het symbool is van veelsoortige seksualiteit, begint vandaag in Amsterdam, spant helemaal over Azië en landt in Hong Kong, Vietnam en Taiwan. Dat is waar de liedjes vandaan komen die passen bij het laatste onderwerp van Kunst & Cultuur op Vrijdag met Beitske de Jong. Fabiola zwerft nog steeds rond in de contreien van ikan bumbu Bali en Lombok(s) dus Beitske vervangt haar vandaag weer.
Het laatste onderwerp behelst de LGBTIscene in het Verre Oosten waar het nog lang niet zo makkelijk is om uit de kast te treden en daar ongeschonden vanaf te komen als hier. Acteur Marcel Manders was benieuwd naar de levensomstandigheden van LGBTI’s in Thailand, Myanmar en andere Aziatische landen die niet bekend staan om een tolerante houding tegenover ‘anders’ geaarden en maakte een documentaire over LGBTImensen aldaar “Not only voices”. Hij komt hierover praten bij Beitske.
De muziek speelt daaromheen. Er waren best veel Aziatische -vooral Chinese- songs met een gay thema te vinden op internet maar de meesten onderscheidden zich, qua klankkleur tenminste, totaal niet van de heteroliefdesmuziek. Tja, liefde=liefde tenslotte. In die zin -want je verstaat niet welke soort liefde er bezongen wordt, wie weet zingen ze over fistfucking- dat het net als de muzikale heteroromantiek, glazuurbedervend mierzoet en super oosters sentimenteel klinkt. Het was nog een hele kunst om liedjes te vinden waarbij je niet van de stoel afgleed van ellende.
Het eerste lied sprong nogal pittig tussen alle zuurstokliedjes uit. Tiên Tiên is Vietnamese. In Vietnam is het LGBTI -zijn totaal geen issue. Vrijheid blijheid.
Tiên Tiên heeft een blij krullenkoppie en zingt “My everything”. Ook heeft ze het eigenlijk over “My boy”.
Nou ja, hetero dus. Mag ook hoor.
Het tweede lied, “Bewildered”, is in ”Cantopop”-stijl. Dat is zoals het woord al aangeeft, popmuziek in het Cantonees gezongen, klinkend als pop, jazz, blues en andere westerse muzikaliteiten. Dit klinkt als een chanson, doordrenkt van melancholie en verdriet om voorbije zaken. Het wordt gezongen door beroemd acteur Leslie Cheung uit Hong Kong, die geplaagd door depressies in 2003 een eind aan zijn nog vrij jonge leven maakte. De clip behorend bij het lied is mooi gemaakt. Cheung was de eerste beroemde Chinese acteur die er openlijk voor uitkwam homoseksueel te zijn.
Het laatste lied is van de Taiwanese popster Jolin Tsai. “We’re different yet the same” heet de song en deze handelt ook in de clip op behoorlijk on-Aziatisch open wijze over een ooit gefnuikte lesbische liefde.
Haar dancehits heten daar ‘Mandopop’, ze zingt in het Mandarijn dus.
Jolin Tsai is in de Aziatische gay community hét campy lievelingetje om haar openlijk belijden van vrijheid blijheid in de liefde. Lekkere relnichten figureren als kleurige paradijsvogels in haar clips.
Aziatische autoriteiten moeten daar echter niets van hebben want zedenbedervend dus wordt ze veelvuldig geboycot, haar clips worden gecensureerd of ze moet aangepaste teksten zingen, anders zingt ze maar niet. Overbodig dus eigenlijk vast te stellen dat zij daar een lichtend voorbeeld is voor de jeugd in alle regenboogvarianten!
Count your blessings, Dutch LGBTI’s.
Lees meer over onder andere Indonesische, Chinese of Japanse muziek in Metha’s Muziek.