Maná om 16.04 uur bij Amber in Kunst & Cultuur op Vrijdag en in "Uitgelicht" op de Amsterdam FM site. Maná is een Mexicaanse superpopgroep, die al decennia steevast elk gigantisch stadium waar ze optreden uitverkoopt op het Zuid-Amerikaanse continent en in Zuid Europa maar hier slechts bij een enkeling bekend en bemind is.
Zij bestaan al sinds de jaren tachtig dus het zijn behoorlijk oudere jongeren al. Ouwe rockers met lang haar, matjes in de nek, rijkelijk voorzien van tatoeëringen en het lijf in strakke lederen broeken geperst. Een klassieke rockformatie: een gruizige stem met op de juiste momenten een snik erin, een lekkere gitarist die vroeger zo te horen The Edge van U2 mateloos bewonderde maar nu een geheel eigen stijl heeft, een beest van een drummer die dan ook als bijnaam "El Animal" heeft en een competente bassist die de juiste lijnen legt.
Niets bijzonders zou je zeggen. Dertien in een dozijn. Toch niet. Hun meerwaarde zit hem in hun Zuid-Amerikaanse genen. De ritmes van salsa en Mexico bubbelen op gezette tijden onontkoombaar naar boven. Of ze uit de rock-vierkwartsmaat moeten ontsnappen, hun wezen dicteert swingen en laat zich niet begrenzen door 1,2,3,4. Dan vragen ze op gezette tijden ook iemand als salsa-grootheid Ruben Blades erbij in Sabánas frias– dan worden de koude lakens vanzelf weer warm of hun landgenoot Carlos Santana en gieren ze lekker met z'n allen dansend door de bocht.
Maná noemde zichzelf naar een Polynesisch concept dat zoiets wil zeggen als: een soort bron waaruit magie voortkomt. Waar het stervelingen vrij staat om uit te putten. Waardoor men zich weer op kan laden.
Maar ook natuurverschijnselen als onweer, storm en wind vallen onder het concept Maná.
De groep Maná zet zich behalve voor muziek en beginnende muzikanten ook enorm in voor ecologische issues: preservatie van natuurgebieden, bescherming van leefgebieden van Indiaanse volkeren en dergelijke.
Alle hoogdravends op een stokje rocken ze verder gewoon als beesten maar met een lichte toets. Mooi gezongen ook af en toe, dat zit Mexicanen ook in het bloed, lyriek.
Hoor hoe Fher Olvera, de zanger, een potentiële geliefde probeert te paaien. Hij stelt haar als zelfverzekerende macho maar liefst de hemel in het vooruitzicht. Spiegelt haar een feest van liefde voor, lichamelijke liefde- we zijn in Zuid Amerika nietwaar, we winden er geen doekjes om. Verpakken het niet in wazige poëtische symboliek zoals in Europa. Beetje bij beetje zal hij haar helemaal overspoelen en beetje bij beetje zal hij haar naar de hemel tillen. Zo is dat. Te llevaré al cielo.
Het klinkt feestelijk moet ik zeggen.
Maar na de hemel komt de hel: Amar es combattir: liefde is vechten!
Voor meer feestelijks op muzikaal gebied spoed u naar de Multimedia afdeling van de OBA op het Oosterdok. Satisfaccíon garantizada! En dat voor €1 euro per ceedeetje!
Meer over Maná in Metha's muziek.