Kijk. Dáár kun je nou eens lekker je tanden in zetten als muzieksamensteller en stukkieschrijver: ontrouw en jaloezie, de twee emoties waar de gasten van Fabiola het over gaan hebben.
Hebben we meteen toch al twee van de zeven “hoofdzonden” te pakken: Luxuria (lust, wellust) en Invidia (jaloezie, afgunst, nijd)! Jammie! Uren zou ik ermee kunnen vullen, muzikaal gezien. Een mer á boire is er namelijk aan liedjes die er geschreven zijn over ontrouw en daarmee onverbiddelijk samenhangend: het groene monster van de jaloezie. Logisch want het zijn twee zeer aanwezige drijfveren in de mens.
Je hebt mensen die met een vroom gezicht beweren: “Jaloezie? Nee hoor, daar heb ik nooit last van! Dát ken ik niet.” Dan voel ik me altijd enigszins beschaamd en bedremmeld. Want, hoezeer ik toch echt wel vaak de zon in het water kan zien schijnen, ik kan niet ontkennen dat ik er op gezette tijden wel last van heb, van jaloezie.
Ik geloof die mensen dan ook nooit zo. Het hoort, for better or for worse, nou eenmaal bij het totaalpakketje dat een mens maakt. Deugden en ondeugden, ze liggen lepeltje- lepeltje in onze arme zieltjes.
Dit gezegd hebbende gaan we naar Raymi Sambo, de eerste gast in het Kunst & Cultuuruur van Fabiola Veerman. Hij heeft een theatervoorstelling met het thema dat mij weer inspireerde tot de muziek van dit uur: een ‘liefdevolle zedenthriller en ode aan de polygamie”: Mijn (Bij)Vrouw.
Dus begint dit uur met Malajube’s: La monogamie, dat, je zou het afgaande op de titel niet zeggen, de onontkoombare verleiding van de polygamie bezingt. Malajube is een indie rockgroep uit Franstalig Canada.
Het tweede nummer is van Millie Jackson, schuinsmarcheerder if there ever was one. Zij bezong in de jaren zeventig op niets verbloemende wijze het perspectief van ‘de andere vrouw’ maar ook de bedrogen vrouw gaf ze een stem.
Ze maakte met “Caught up” en “Still caught up” een statement van brandende ‘illegale’ liefde én maakte tegelijkertijd gehakt van die mannen met ‘bijvrouwen’ of ‘buitenvrouwen’. Die mannen die niet kunnen en willen kiezen maar altijd van twee, wat heet, meerdere walletjes willen blijven snoepen.
Zo begint een van de eerste raps, haar rap, haar cynische kijk op de liefdesdriehoek: “When you’re going with a married man, he can come over two or three times a week and give you a little bit. That means you’re two up on the wife because after you’re married, you only gonna get it once a week. On payday, he can come over and give you a little bread too, and I like that. But the sweetest thing about the whole situation? When you go to the Laundromat, you don’t have to wash nobody’s funky drawers but your own!”
Ha, nog steeds niets aan urgentie ingeboet, die grammofoonplaten van Millie. En wat een dijk van een stem had ze toch: een geile, rauwe, wanhopige soulsister. Zo maken ze ze niet meer, zoals Millie.
James Carr’s prachtige “Dark end of the street”, geschreven door de onvolprezen Dan Penn, is ook een bekend ‘schuinsmarcheerder’s lied. Twee geliefden wier liefde zich noodgedwongen af moet spelen aan de donkere kant van de straat, in de schaduw, omdat zij het daglicht niet kan verdragen. Want ‘illegaal’.
Het tweede onderwerp -via de One Night Stand film ‘Horizon’‘: jaloezie.
Mademoiselle K. was een Franse rockgroep die de jaloezie-avant-la lettre bezingt. De ergste eigenlijk. Als er nog niet eens reden toe bestaat. Hersenspinsels. Een stroperige emotie, vies en zwart als pek: wat als?! De bij-voorbaat-scenario’s dat de partner misschien ooit wel eens ‘vreemd’ zou kunnen gaan want: hij heeft zijn ogen niet in zijn zak zitten (of juist wel..), andere vrouwen hebben hun ogen ook niet in hun zak zitten, hij is een aantrekkelijke man, hij komt vele vrouwen tegen die vast geen scrupules bezitten.
En als laatste een persoonlijke ‘peccadillo’ ( klein zondetje maar hoor, van mij): Marc Anthony. Hij schijnt totaal van het padje af te zijn en/of niet te deugen, zo hoor je wel eens geruchten. Bovendien maakt hij muziek in het voor serieuze muziekliefhebbers zo verdachte salsagenre, wat voor hen gelijk staat aan huppelkutjesmuziek. Lichtzinnig, vederlicht en vluchtig. Maar een merengue is ook lekker en zo lekker vind ik Marc A. En hemeltjelief, zijn zingen is zo hartstochtelijk, zijn muziek zo meeslepend, de arrangementen van het koper zo fonkelend en zijn verschijning heeft trouwens ook wel wat. Weet je wat, deze latino-peccadillo met zijn razende, zelf destructieve jaloezie, “Celos”, mag het ‘uurtje van de twee hoofdzonden’ afsluiten van mij.
Meer over muziek in Metha’s Muziek