Nou nou nou. Als oma’s over hiphop gaan praten moet het einde van de bad boys era toch wel nabij zijn!! Men wordt geacht wijzer te worden naarmate de leeftijd vordert, een voorkeur aan de dag te leggen voor bedaagde dingen; met een goed boek, glaasje port en Bach op de achtergrond je in een sta-op stoel op te houden! Zo hoort dat!
Het ligt niet in de lijn der dingen stráátwijzer te worden! De straat? Dat is waar je overheen schuifelt met je rollator van en naar de supermarkt- waar je dan trouwens Ali B. wel eens tegenkomt. By the way.
Feit is dat déze oudere merkwaardigerwijs de hiphop (ook uit Nederland) steeds meer kan waarderen. Betekent dat dat de nederhop mainstream geworden is? Ben bang van wel. Versta ze eindelijk eens en vind de woordspelletjes en -vondsten vaak fabelachtig. Vaak lijkt het van eenzelfde hoog niveau te zijn als goed cabaret. Vilein, grof, scherp, geestig en de grenzen opzoekend. Maar ook poëtisch en melancholiek. Je weet toch, net als de leven (zei oma, haar naar beneden gerichte vingers in v-vorm op en neer bewegend).
Het ritme, de ‘flow’, waarin de woorden zich soms als uit een mitrailleur een weg zoeken zijn, als je een echte maestro voor je hebt, adembenemend. Ook de producties worden ingenieuzer en zijn bepaald niet meer van de straat.
Tja, ook de pioniers uit de hiphop worden ouder en wijzer en dat is waar we over kunnen steken naar elkaar.
Ali Bouali (Zaanstad 1981) oftewel Ali B. Die wordt alweer als ver voor oldskool beschouwd en is allang niet meer van de straat. Alles wat hij aanpakt lijkt goud te worden, dankzij zijn innemende, vindingrijke en ruimdenkende persoonlijkheid. Daar wordt in de hardcore hiphopscene, waar de krabbenmand overkrioelt met jonge bijtgrage gasten, scheef tegenaan gekeken natuurlijk maar wie het laatst lacht lacht ‘de ballen uit zijn broek” zegt Ali. Gasten die allemaal hetzelfde willen bereiken wat Ali bereikte: doekoe om in te kunnen zwemmen, mooie bitches bij de vleet, wagonladingen drugs om op te zweven en een vette SUV onder de kont. Maar bij Ali -en bij veel meer rappers- zit er een goeie intelligente kop op. Hij is er eentje die het niet nodig vindt te brallen, die gewoon respectvol met vrouwen omgaat en ze niet voor bitches uitscheldt. Hij wil gewoon zijn zoontje naar de crêche kunnen brengen. Op de fiets. Hij zal vast een paar roteigenschappen hebben maar ze zijn verdomd moeilijk te vinden. Als ze er al zijn.
Dan is daar Hef (Julliard Frans, Rotterdam, 1987), bijna oldskool want bijna 30. Hef groeide op in van die diep vrolijkstemmende nieuwbouwwijken van grote steden, zoals de Bijlmer en Hoogvliet. Terwijl zijn ouders dealden zat hij met zijn Ninja Turtletjes te spelen, zegt hij zelf. Niet zo gek dat hij ook dat pad opging, dealen, hosselen en uiteindelijk de rapscene in- wat vaak een ontsnappingsroute blijkt voor veel gasten. De ontsnapping naar een waardiger leven, met kansen die zelfrespect opleveren.
Hef’s oudste nummers klinken naar zelfkant, dreigend en hebben die teksten die ik altijd verafschuw en waardoor ik eerst verre bleef van hiphop: het gebruik en misbruik van “bitches’, geweld, geld, drugs. Nu Hef zelf kinderen heeft wil hij dat dergelijke teksten niet meer hun oortjes binnen kunnen komen. Hef heeft zijn droom bereikt.
Hef treedt vanaf 11 december op in het Tropenmuseum tijdens het Hiphop Museum Event en hierover handelt het eerste onderwerp van Kunst & Cultuur op Vrijdag bij Fabiola Veerman. Reden voor mij om een heel uur met Nederhop vol te gooien.
Sef is Youssef Gnaoui ( Amsterdam 1984) en ook hij kijkt veel verder dan zijn neus lang is. EDM, pop, Sef zet elke soort muziek onder zijn teksten als hem dat zo uitkomt. Maakt eigen decors, magazines, produceert, speelt instrumenten, zingt, rapt en treedt alleen op. “Alles voor de kunst” is zijn motto.
Hij roept op tot ver weg blijven van doemdenken en de negatieve spiraal, die dat tot gevolg kan hebben maar vooral tot zelf nadenken en absoluut dingen NIET doen als dat tegen jezelf ingaat. Ze zeggen zoveel! Toch?
Laat maar lullen maar doe dat liever zelf ook niet teveel want hoe meer je praat hoe minder je luistert. Wat een waarheid als een koe is maar ook best grappig omdat het uit de mond komt van rappers, mensen, die bestaan bij de gratie van praten.
“Hoe meer je praat” van Rico & Sticks dus, voorheen leden van Opgezwolle, een hiphop collectief van nu ook niet meer zo jonge honden. Een collectief dat ook een prachtvent als Glenn de Randamie (Typhoon) voorbracht.
Schatten van jongens, kortom, die behartenswaardige dingen te vertellen hebben. Op goeie muziek ook nog. Luisteren, zou ik zeggen.
Lees meer over muziek, bijvoorbeeld over Spaanstalige hiphop in Metha’s Muziek.