God was even op zakenreis en toen ging de boel schuiven. Wie waren degenen die op de winkel pasten? Moordenaars, dieven en advocaten. Zoek je iemand die je uit de greppel trekt? Dikke vette pech man! Het schip is al aan ’t zinken.
Tom Waits in de bocht in “God’s away on business”. Potten en pannenmuziek in de Kurt Weill/Bertold Brecht traditie maar dan fiks doorgeblazen met de typische Tom Waits gekte. Heerlijk.
Het leek me toepasselijk, deze muziek van een prettig gestoorde nar na die schok over een tot president gekozen gevaarlijke idioot, 8 november in de U.S.A.
Het uur Kunst & Cultuur op Vrijdag met Fabiola Veerman begint met de 48e song van het project 30days30songs, het initiatief waar uiteindelijk 50 protestsongs anti Trump probeerden te laten horen dat zo’n verwerpelijke denkbeelden uitdragende man niet op zo’n hoge post zou moeten komen. Het heeft niet geholpen weten we nu.
De groep Drunken Logic zingt “What a beautiful morning”, een stralende morgen in de jaren vijftig vóór ‘al die rotzooi’ plaatsgreep. Toen mannen nog mannen waren en vrouwen, enfin.. nog vrouwen. Hun plaats wisten. Achter het aanrecht of aan de arm van de man als trofee of accesoire.
Toen Mexicanen nog in Mexico woonden en Afro Amerikanen in hun gesegregeerde wijken. De gazonnetjes in suburbia groen waren en de hekken keurig wit. U begrijpt: toen Amerika nog groot was en van de Amerikanen en iedereen nog in de pas liep. Er nog geen ‘rotzooimakers’ waren als hippies, feministen, latinos, black panthers en ander (links) tuig. De tijden van de illusoire “American Dream” waar Trump en de mensen die op hem stemden zo hevig naar terugverlangen. De droom van de witte Amerikaan!
Genoeg erover. Verder met een veel interessanter man nu: Tom Waits, die in al zijn schijnbare gekte veel normaler is dan de oranje terrorclown. De 7 december 68 jaar oud wordende zanger, acteur, schrijver en componist Thomas Alan Waits die zijn stem inzet zoals Jean Tinguely zijn machines maakte: piepend, grommend, bonkend. Ik liep pas door het Stedelijk en bedacht hoe het geluid van die machines een perfecte achtergrond zou kunnen vormen voor Tom Waits’ vokalen. Zoals die machines met hun geheel onlogische bewegingen en bijbehorend geluid haast ’n levend wezen lijken, zo gromt, raspt, rochelt en fluimt Tom, bewegend en klinkend als een Tinguelywezen, zijn wonderlijke teksten eruit op hotsebotserige muziek. En al die tegendraadse elementen maken één idiosyncratische sound- uit duizenden te herkennen. Als je zijn muzikale staketsel uiteenrafelt, kom je blues tegen, jazz, vaudevillemuziek, cabaret, pop, avant garde. Flarden Captain Beefheart, Louis Prima, Howlin’ Wolf. Mottige zwervers, bizarre randfiguren, outsiders bevolken zijn teksten. Zoals hij er zelf eigenlijk ook een is, eentje die er uit principe buiten blijft.
Er zit een zekere gespletenheid in zijn werk, te horen in de twee nummers die ik koos voor dit uur. Wil hij de gekte buiten houden of wil hij gas geven en volledig ontsporen?
In de tweede song van dit uur “Alice”, van het gelijknamige album uit 2002, heerst een rokerige kroegsfeer, jazzy,een gestopte trompet in ver-vér-voorbij-middernachtmuziek. Een “beautiful song that tells terrible things” in zijn eigen woorden. Daar houdt-ie van.
Waits begon zijn carrière als barpianist in nachtclubs, wat hoorbaar zijn neerslag vond op zijn eerste albums, “Closing time” en “The heart of Saturday night”.
Je kent het wel. De pianist houdt er mee op, want sluitingstijd, maar voor de laatste kroegtijgers, barhangers en zichzelf pingelt hij nog wat na, met één bil balancerend op de pianokruk en alleen nog met de rechterhand spelend omdat de andere op de kast van de piano hangt met een glas whisky erin. Zijn hees croonende stem dwaalt om de piano, die zelf klinkt alsof-ie al droomt. Rook van zijn sigaret die op de piano ligt, kringelt langs zijn gezicht, langs zijn porkpie hat die zich, achterover geschoven, nog net aan zijn krullen kan vasthouden.
Het nummer gaat over de Alice (Lidell) van Lewis Carroll (Charles Dodgson). Hij zingt namens die schrijver, die wellicht een verboden liefde koesterde voor het jonge meisje Alice. Een melancholieke song, vol vergeefse hunkering.
Totaal anders dan de potten- en pannenmuziek van “God’s away on business”(2002) het laatste nummer van dit uur. Muziek die de weg enigszins terugwijst naar de fantastische muzikale vorm die hij vond in de tachtiger jaren op “Swordfishtrombones”(1983). Prachtige sfeersongs, omlijst door marimbas, Hammond orgeltjes en wat al niet, door hemzelf geproduceerd.
Op het album “Alice” rangschikte hij de songs in het ‘gezelliger’ idioom om die met gegrom en dissonante arrangementen. Zo dat je langzaam went aan waar hij heen wil.
Tom Waits, die excentrieke eenzaat. Zo iemand moet je aan je hart drukken en koesteren. Daar zijn er veel te weinig van.
“A Gentleman is someone who can play the accordion but doesn’t”- Tom Waits
Droevig nieuws bereikte ons deze morgen. De “Meester van de erotische wanhoop”, de Boeddhist die de naam “Jikan” (stilte) koos, de dichter die zanger werd, opa Lenny, de 82-jarige Canadees Leonard Cohen, heeft gisteren toch de tafel moeten verlaten. Honderdtwintig, wat hij in een laatste opflakkering van energie had aangegeven te willen worden, was toch wat te hoog gegrepen. Luister naar zijn verpletterend mooie laatste album ” You want it darker”.
Ik stel me zo voor dat op deze tonen zijn kist over een paar dagen weggedragen wordt en vind dat heel mooi en stijlvol georkestreerd.
Lees meer over Leonard Cohen en een terugblik op zijn leven in Metha’s Muziek.