Fluweel, bont, leer. Handboeien, zwepen, maskers.
Nee, dit is geen reclamespot voor ‘Rob’, de man die ‘in leerartikelen’ deed; een winkel waar ik vroeger altijd langsfietste op weg naar mijn werk. Werk, dat niets met dominantie en vernedering van doen had, dat kan ik u op een briefje geven. Enfin, niet op de Rob-manier tenminste.
Op de Weteringschans zat hij in een keurig pand met wonderlijke bezoekers. Tegenwoordig moet je hem Meneer noemen, Mister Rob, maar zijn toko is wel ‘gedegradeerd’ naar de Warmoesstraat. The seedier part of town. Wel dichter bij de clientèle natuurlijk.
Leopold von Sacher Masoch schreef ooit een boek over een man die zo wild was van een dame, dat hij haar zichzelf aanbood als seksslaaf. Aanvankelijk ervan walgend begon de dame in kwestie het zo te waarderen dat zij zichzelf vervolgens als seksslavin aanbood aan een ander.
Samen met de Markies de Sade, die ook graag die tak van sport beoefende, vormen hun namen de definitie van dit seksuele genot dat alleen verkregen wordt door vernedering en overheersing. Je moet ervan houden, zullen we maar zeggen.
Er draait momenteel een toneelstuk ‘Venus in fur’ (één pelsje slechts!) in het De La Mar theater. De hoofdrolspeler Jeroen Spitzenberger komt erover vertellen aan Fabiola in Kunst & Cultuur op Vrijdag vanaf 15 uur op Amsterdam FM.
De inleidende muziek van dit uur is dan ook “Venus in furs” van de Velvet Underground, met Lou Reed & John Cale als voornaamste smaakmakers, die een lied maakten over de zucht naar dominante liefde/seks. De sfeer is grimmig, naargeestig. Of ze in een zompige kelder spelen. Lou Reed op zijn decadentst, met die van ennui druipende, zeurende stem. John Cale maakt de scene griezelig af met zijn vervormde krassende viool.
In de tweede song dit uur, “Leather”, beschrijft Tori Amos haar manmoedige poging nog iets te maken van wat duidelijk niets meer is. Hij kan haar niet geven wat zij wil, liefde. Laten we het dan met hulpmiddelen nog maar een beetje spannend maken: “Hand me my leather”. Dit alles op een niks-aan-de-hand vaudeville-achtig deuntje en poeslief gezongen.
De laatste van het sm-trio is Garbage, een rockgroep uit de jaren negentig met in de gelederen Butch Vig, producer van Nirvana’s Nevermind. Die dreigende, zuigende muziek maakten op het kruispunt van grunge, triphop en pop. De hese, enigszins verkouden klinkende, haast luchtige stem van Shirley Manson geeft de muziek iets pervers, een ambivalente schoonheid. Fraai klinkende narigheid. “This shit sounds like garbage” vond iemand ooit, geheel onterecht trouwens maar zo hadden ze wel meteen hun naam gevonden. Vullis, uitschot, troep.
In Mansons’ teksten steekt het ‘femdom’ vaak het boosaardige kopje op. Manson is, zo te zien op haar Facebookpagina nog steeds een vrouw met uitgesproken ideeën, ge- en misvormd door seksueel misbruik.
Weg van de smoezelige sm wereld.
Over naar het pareltje van dit uur wat mij betreft: Tom Waits. Een minuut achtenveertig seconden duurt het slechts maar wat een zeggingskracht. Wat een poëzie. Hij bezingt een relatie, waarvan de aanvankelijke intenties, passies en dromen verstoft raakten. “But I’m still here” zingt hij in een hoopvol oplopende notenreeks. Je keel snoert ervan dicht. “Ik ben er nog steeds”. Goddank, Tom.
We eindigen het uur met een vrouw, die zich met talent en doorzettingsvermogen naar de top speelde in de uitsluitend door mannen gedomineerde wereld van griotmuzikanten. Griots waren eeuwenlang de minnestrelen, dichters en historici, die de muziek en (orale) geschiedschrijving verzorgden aan de hoven van het Mandingue-rijk dat zich uitstrekte over Gambia, Mali, Benin, Burkina Faso en Guinee. Griot werd – en word- je niet zomaar, zo word je geboren. Als je ’n mannetje bent tenminste, want slechts van vader op zoon wordt de muziek al eeuwenlang doorgegeven.
Er zijn nu nog vijf grote griotfamilies, beroemd koraspeler Toumani Diabate stamt bijvoorbeeld ook uit zo’n beroemd griotgeslacht.
Sona Jobarteh werd wel in een griotfamilie geboren. Jammer dan, zij was letterlijk niet in de wieg gelegd voor griot meisje zijnde. Zij begon eigener beweging op vierjarige leeftijd al de griotharp, de kora te bespelen; haar broer gaf haar door wat hij leerde van hun vader. Zij bekwaamde zich verder ‘maar’ in westerse klassieke muziek op de piano, cello en harp. Op haar elfde gaf ze al concerten in prestigieuze zalen in Londen. Haar vader kon niet om dit grote talent heen en heeft haar uiteindelijk toegang gegeven tot de wereld van de griots. Tijden veranderen, ook deze eeuwenoude traditie bleek onzinnig want de ene helft van de mensheid bezit niet het alleenrecht op talent. De andere helft is er net zo rijkelijk mee bedeeld, eenmaal kansen gegeven.
Luister naar Mamamuso en naar het wonderschone geluid van Sona Jobarteh’s kora en stem.
Lees meer over Lou Reed, kora’s of Malinese muziek in Metha’s Muziek.
Of over Bobby, Robert Allen Zimmerman a.k.a. Bob Dylan, onze kersverse Nobelprijs Literatuurprijs laureaat!